markup (procedural)
Elke tekstverwerker werkt met een markup-formaat dat alleen geldt voor dat bepaalde programma. Die markup (of encoding) is procedureel: het documenteert hoe een bepaalde tekst er op het scherm of op papier moet uitzien (soort en grootte van de font, vet, onderlijnd, cursief, paginagrootte, marges…). Het is dus prescriptief. Wat ik intyp (de tekst) en de informatie over hoe ik zou willen dat de tekst er uitziet (de markup) vormt een eenheid in tekstverwerkers, wat meteen verklaart waarom het soms moeilijk is om teksten tussen tekstverwerkers uit te wisselen zonder verlies aan informatie of zonder conversieproblemen.
(Vanhoutte 1998, 107)