objectivity
De tendens om de willekeur van één enkele editeur te verwerpen loopt parallel met tendensen in de literaire kritiek, en is er volgens Ian Small waarschijnlijk uit voortgekomen. Small wijst er echter op dat de nagestreefde objectiviteit van archiefedities uiteindelijk een pretentie is. De euforie rond nieuwe hypermedia verandert niets aan het feit dat het nog altijd en zelfs meer dan ooit om een vorm van representatie gaat. Dat “documentary editions” of hypertext-archieven zoals dat van McGann minder inmenging van de editeur zouden vergen is slechts een indruk. Data moeten ingegeven worden; keuze welke gegevens opgenomen worden en welke niet, en de manier waarop ze gepresenteerd zullen worden, is bepaald door de editeur. Bovendien is elke transcriptie op zich al een interpretatie. Dit alles impliceert een zekere vorm van kritische beoordeling. Daarom is er geen logische reden waarom een kritisch geëditeerde of gereconstrueerde tekst uit een elektronische editie geweerd zou moeten worden: “Critical editing is the natural complement to the presentation of documentary texts, and hypertext admirably supports both activities,” schrijft Tanselle.